Als hun kindje doodgeboren wordt, keren Robin en haar man Jonas verslagen terug naar huis. Enkele dagen later beginnen Robins borsten melk aan te maken. Terwijl geen van beiden uitdrukking kan geven aan hun immense verdriet, blijft ze kolven. De tijd verstrijkt en de koelkast vult zich met tientallen flesjes. Langzaam maar zeker verandert Robins voorzichtige nieuwsgierigheid naar het doneren van haar melk in een compromisloze, bijna obsessieve onverzettelijkheid.
In haar aangrijpende speelfilmdebuut benadert filmmaker Stefanie Kolk het concept rouw niet met dramatische muziek of zwaarmoedige dialoog, maar in zijn meest rauwe en natuurlijke vorm; met nietsziende blikken en onuitgesproken gedachten. Het met stilte doordrongen resultaat is indrukwekkend. Frieda Barnhard geeft op schitterende, ingetogen wijze invulling aan de rol van Robin. Ze belichaamt de complexe band tussen moeder en kind, de diepe melancholie van het verlies en Robins bedachtzaamheid voortreffelijk.