Speelde de beroemde Spaanse surrealist Salvador Dalí (1904–1989) ooit geen rol? Hij creëerde een flamboyant imago, was tegelijkertijd "excentriek en evenwichtig, anarchist en monarchist" en leefde daar ook naar. Hij speelde zijn buitenissige bevliegingen en impulsen zo overtuigend dat zijn dagelijks leven zijn belangrijkste kunstwerk en de permanente illustratie van zijn zelfverklaarde genialiteit werd.
Onder het imponeergedrag en de frivoliteit van de publieke Dalí scholen duisterdere zaken als zijn voortdurende drang tot commercialiseren en exploiteren van zijn eigen kunst en de dubieuze behandeling van zijn intimi. En, zoals zoveel beroemdheden, verheugde hij zich niet bepaald op het ouder worden.
Bij zijn behandeling van de netelige, omstreden nalatenschap van Dalí blijft Quentin Dupieux (Mandibules, 2021) ver weg van de heersende biopic-conventies. Hij laat de kunstenaar door meerdere acteurs spelen – jong en oud – en wisselt ze soms halverwege een scène om. Hij hanteert de creatieve logica van een filmisch neosurrealisme: werkelijkheid wordt droom, dromen nestelen zich in andere dromen en objecten duiken onverwacht op andere plaatsen op.
De plot – de jonge journaliste Judith die verschillende pogingen doet om de ‘Grote Man’ voor de camera te interviewen – vormt een excuus voor een mijmering over film en elke andere variant van beeldvorming.
– Adrian Martin
Deze film is Engels ondertiteld.